Kattenziekte-uitbraken in Nederland: voorkom dat ook jouw kat ernstig ziek wordt!
terug naar overzicht
Kattenziekte-uitbraken in Nederland: voorkom dat ook jouw kat ernstig ziek wordt!
Op dit moment worden er met regelmaat kattenziekte-uitbraken in Nederland vastgesteld. Deze zeer besmettelijke ziekte wordt veroorzaakt door een virus – het feline panleukopenievirus (FPV) - dat via de ontlasting kan worden overgebracht. Een kat die met dit virus besmet is, kan dus andere katten hiermee infecteren. Overigens hoeft er niet persé rechtstreeks contact van een kat met besmette ontlasting plaats te hebben, als eigenaar kun je het virus ook onder je schoenen of via je kleding je huis binnenbrengen. Tevens is het virus zeer resistent en kan buiten de kat zelfs maandenlang overleven.
Loopt mijn kat gevaar?
Elke kat, zelfs binnenkatten, kunnen besmet raken met het kattenziektevirus. De eerste symptomen zijn meestal niet willen eten, sloomheid, braken en diarree. Het virus kan zelfs ongeboren kittens besmetten via hun moeder. Er bestaat geen geneesmiddel voor de ziekte, alleen de symptomen kunnen bestreden worden. De ziekte is in vele gevallen dodelijk voor ongevaccineerde dieren.
Hoe kan ik mijn kat beschermen?
De beste manier om de kans op de ziekte te verkleinen is door je kat tegen de ziekte te laten vaccineren. De eerste vaccinatie wordt aangeraden als je kitten 8-9 weken oud is. Om een goede weerstand te krijgen, is het belangrijk dat op de leeftijd van 12-13 weken én ergens tussen de 6 tot 12 maanden leeftijd nogmaals tegen kattenziekte wordt gevaccineerd. Daarna is het voldoende als deze vaccinatie elke 3 jaar wordt herhaald. Door je kat op tijd te laten (her)vaccineren, kun je de kans sterk verkleinen dat je kat ernstig ziek wordt of zelfs komt te overlijden. Als er sprake is van een kattenziekte-uitbraak zijn er aanvullende adviezen. Het is dan verstandig om je kitten nog een keer extra te laten vaccineren op de leeftijd van 15-16 weken en nogmaals op 6 maanden leeftijd. Voor katten die hun kittenvaccinaties plus vaccinatie op 6-12 maanden leeftijd hebben gehad, is eens per drie jaar vaccineren voldoende. Zelfs tijdens een kattenziekte-uitbraak!
Wat moet/kan ik nu doen?
Allereerst: zorg ervoor dat de vaccinatie van je kat tegen kattenziekte up-to-date is. Informatie over de laatste vaccinatie(s) is meestal terug te vinden in het vaccinatieboekje/dierenpaspoort van jouw kat. Heeft je kitten nog niet alle herhalingsvaccinaties gehad (inclusief de vaccinatie op de leeftijd van 6-12 maanden)? Of is de vaccinatie tegen kattenziekte van jouw oudere kat bijna drie jaar of zelfs langer geleden? Maak dan snel een afspraak voor een herhalingsvaccinatie, zodat jouw kat optimaal beschermd blijft. Kun je de informatie niet terugvinden of heb je andere vragen? Neem dan contact met ons op: wij hebben in ons computersysteem staan wanneer wij jouw kat voor het laatst tegen kattenziekte (en andere ziektes) hebben gevaccineerd en kunnen speciaal voor jouw kat een vaccinatie-advies op maat geven.
Op dit moment worden er met regelmaat kattenziekte-uitbraken in Nederland vastgesteld. Deze zeer besmettelijke ziekte wordt veroorzaakt door een virus – het feline panleukopenievirus (FPV) - dat via de ontlasting kan worden overgebracht. Een kat die met dit virus besmet is, kan dus andere katten hiermee infecteren. Overigens hoeft er niet persé rechtstreeks contact van een kat met besmette ontlasting plaats te hebben, als eigenaar kun je het virus ook onder je schoenen of via je kleding je huis binnenbrengen. Tevens is het virus zeer resistent en kan buiten de kat zelfs maandenlang overleven.
Loopt mijn kat gevaar?
Elke kat, zelfs binnenkatten, kunnen besmet raken met het kattenziektevirus. De eerste symptomen zijn meestal niet willen eten, sloomheid, braken en diarree. Het virus kan zelfs ongeboren kittens besmetten via hun moeder. Er bestaat geen geneesmiddel voor de ziekte, alleen de symptomen kunnen bestreden worden. De ziekte is in vele gevallen dodelijk voor ongevaccineerde dieren.
Hoe kan ik mijn kat beschermen?
De beste manier om de kans op de ziekte te verkleinen is door je kat tegen de ziekte te laten vaccineren. De eerste vaccinatie wordt aangeraden als je kitten 8-9 weken oud is. Om een goede weerstand te krijgen, is het belangrijk dat op de leeftijd van 12-13 weken én ergens tussen de 6 tot 12 maanden leeftijd nogmaals tegen kattenziekte wordt gevaccineerd. Daarna is het voldoende als deze vaccinatie elke 3 jaar wordt herhaald. Door je kat op tijd te laten (her)vaccineren, kun je de kans sterk verkleinen dat je kat ernstig ziek wordt of zelfs komt te overlijden. Als er sprake is van een kattenziekte-uitbraak zijn er aanvullende adviezen. Het is dan verstandig om je kitten nog een keer extra te laten vaccineren op de leeftijd van 15-16 weken en nogmaals op 6 maanden leeftijd. Voor katten die hun kittenvaccinaties plus vaccinatie op 6-12 maanden leeftijd hebben gehad, is eens per drie jaar vaccineren voldoende. Zelfs tijdens een kattenziekte-uitbraak!
Wat moet/kan ik nu doen?
Allereerst: zorg ervoor dat de vaccinatie van je kat tegen kattenziekte up-to-date is. Informatie over de laatste vaccinatie(s) is meestal terug te vinden in het vaccinatieboekje/dierenpaspoort van jouw kat. Heeft je kitten nog niet alle herhalingsvaccinaties gehad (inclusief de vaccinatie op de leeftijd van 6-12 maanden)? Of is de vaccinatie tegen kattenziekte van jouw oudere kat bijna drie jaar of zelfs langer geleden? Maak dan snel een afspraak voor een herhalingsvaccinatie, zodat jouw kat optimaal beschermd blijft. Kun je de informatie niet terugvinden of heb je andere vragen? Neem dan contact met ons op: wij hebben in ons computersysteem staan wanneer wij jouw kat voor het laatst tegen kattenziekte (en andere ziektes) hebben gevaccineerd en kunnen speciaal voor jouw kat een vaccinatie-advies op maat geven.